Recensie van “Een man van drie levens” in het Leidsch Dagblad, 10 januari 1994
Robert van Gulik (1910-1967) is één van de meer interessante Nederlanders van deze eeuw. Van Gulik is vooral bekend als diplomaat en auteur. Hij schreef zowel een tiental populaire Rechter Tie-romans als een wetenschappelijk standaardwerk als ‘Sexual life in Ancient China’. Ook in andere opzichten was hij een man met een zeer diverse belangstelling. Zojuist verscheen over Van Gulik een biografie: Een man van drie levens.
Na een jeugd in Indonesië trok het Verre Oosten hem zo, dat hij al tijdens de middelbare school de studie van de Oriënt indook. Van Gulik kreeg — toen al! — les van de beroemde professor Uhlenbeck. In 1930 begon hij in Leiden zijn studie Chinees die de briljante student vier jaar later afrondde.
Het vrouwelijk geslacht boeide hem toen al bovenmate. Van Gulik woonde in Leiden samen met een achttien jaar oudere vrouw. Toen hij in 1935 in Tokyo woonde ging hij graag naar de hoeren (“bewaar je gehijg maar voor de matrozen; laat mij maar eens zien wat je echt kunt”) en woonde hij met een Japanse vrouw (Kachan). In China trouwde hij op 18 december 1943 met de Chinese Shui Shih-Fang.
Van Gulik sloeg na zijn studie een wetenschappelijke carrière af en ging de buitenlandse dienst in. Van Gulik kon zo zijn interesse voor het Verre Oosten botvieren en uitdiepen. Bovendien bleek hij op zijn manier geknipt voor het diplomatieke werk. Hij dook midden in het leven en de cultuur in het Oosten. Hij leerde luit spelen, nam les in vier Oosterse talen, hield lezingen, verzamelde allerlei kunstvoorwerpen, las alles wat los en vast zat en sprak Jan en alleman. Daardoor leerde Van Gulik niet alleen veel verschillende mensen kennen maar ook de oosterse mens in zichzelf. Voor de buitenlandse dienst zat hij in Afrika, Maleisië, het Midden-Oosten, Japan en China.
Een man van drie levens is een zeer leesbaar boek maar als biografie helaas mislukt: het is geen biografie en de stijl is niet goed. Een man van drie levens is geen echte biografie omdat het boek hinkt op twee gedachten. Aantekeningen en delen uit het dagboek van Robert van Gulik zelf worden afgewisseld met beschrijvingen van familie en kennissen van Van Gulik en commentaar van China-kenners en oud-diplomaten Barkman en De Vries-van der Hoeven. Dit werkt niet; het boek gaat niet leven. Dat is jammer, want de auteurs hebben prachtig materiaal in handen gehad.
Drie levens in één: Van Gulik was, zoals de titel al aangeeft, tegelijkertijd diplomaat en schrijver en geleerde. Een meer afstandelijke beschrijving en vooral minder diplomatenleven zou deze biografie geen kwaad gedaan hebben. Verder is de houterige en soms truttige stijl van de auteurs niet bevorderlijk voor de kwaliteit van het boek. (Dat diplomaat Barkman beter kan schrijven bewees hij in zijn interessante boek Ambassadeur in Athene).
Het goede van dit boek is dat het Van Guliks schaduwzijden ook laat zien: naast een vaardig schrijver en exentriek, onconventioneel diplomaat was Van Gulik ook een ouderwetse koloniale lapzwans met traditionele opvatting over vrouwen maatschappij. Al met al is het goed dat er, naast het korte boek van Janwillem van de Wetering, nu ook een uitgebreide levensschets is van een belangrijk Nederlands schrijver en diplomaat.
Jos Damen