Recensie van “Een man van drie levens” in het Friesch Dagblad, 4 januari 1994
De inzet van de biografie van Barkman en De Vries-van der Hoeven druipt van de persoonsverheerlijking, en wekt daardoor bij de lezer een enonne antipathie tegen de persoon in kwestie: Robert van Gulik, schrijver, diplomaat en geleerde, die die antipathie niet verdient.
Het is altijd al een boeiende vraag geweest wie nu de ideale biograaf is. Moet de biograaf zijn onderwerp persoonlijk gekend hebben, of tast dat de objectiviteit aan? Moet de biograaf een bewonderaar zijn, of juist een tegenhanger? Moet een biograaf uitgaan van dezelfde levensovertuiging als zijn onderwerp, of juist niet?
Deze vraag wordt vaak afgedaan met de dooddoener dat iedereen de biograaf krijgt die hij verdient. Dat zou voor bepàalde personen bepaald jammer zijn. Zo ook voor Robert van Gulik. “Geniale mensen zijn niet in een formule samen te vatten”. Dat is de inzet van deze biografie. Van Gulik wordt verderop in de inleiding zonder meer opgenomen in de galerij der Grote Nederlanders.
“Dan rijzen vragen als: wat was hij voor een mens, hoe leefde hij en hoe bereikte hij dit alles?” ‘Een waarlijk buitengewoon ambassadeur’ moet hij geweest zijn, een universele geest, daarbij een groot literator en een waardevol mens.
Dat zullen we dan nog wel eens zien. Met die houding gaat de lezer de eigenlijke biografie in. Het zal ruim dertig bladzijden duren voordat zijn negatieve vooroordeel enigzins wordt bijgesteld. Op bladzijde 31 namelijk blijkt Van Gulik ineens ook een menselijke trek te hebben, een negatieve eigenschap: van Gulik was eigenwijs. En nu we dat weten, wordt hij ons al heel wat sympathieker.
Een bijzondere man was Van Gulik wel. Niet alleen bezette hij moeilijke diplomatieke posten, maar daarbij was hij een erkende grootheid in zijn kennis van de Chinese kunst en cultuur. Hij leerde Sanskriet, Tibetaans, Japans, Koreaans en Mongools en later ook Arabisch. Hij schreef de zeer populaire ‘Rechter Tie’-romans, en in 1954* ook het boekenweekgeschenk ‘Vier Vingers’.
Rien van den Berg
* Robert van Gulik schreef het boekenweekgeschenk van 1964, niet 1954.