Recensie van “Ambassadeur in Athene” in NRC, 9 januari 1985
Als de oppositieleider in het pas in functie herstelde Griekse parlement in de diplomatieke loge de Nederlandse minister van buitenlandse zaken Max van der Stoel ontdekt, staat hij op en houdt een gloedvol welkomstbetoog. De leider van de regeringspartij blijft niet achter bij zijn oppositionele collega. Van der Stoel is immers de man die ‘veel’ heeft gedaan voor herstel van de parlementaire democratie in Griekenland, dat ruim zeven jaar onder de laars van een dictatoriaal bewind heeft gezeten.
Het is 4 april 1974, en de man die met de toenmalige Nederlandse minister van buitenlandse zaken in de loge staat, is Hr.Ms. Ambassadeur in Athene, drs. C.D. Barkman. Hij noteert de scène in een dagboek, dat hij in de zes jaar op zijn Griekse post heeft bijgehouden. De dagboeknotities van Barkman, gebundeld in het boek “Ambassadeur in Athene — 1969 tot 1975 van dictatuur tot democratie”, geven een beeld van het diplomatieke werk dat in Griekenland is verricht. Gisteren bood de auteur in het Haagse perscentrum Nieuwspoort een eerste exemplaar aan van wat de flaptekst noemt “een ooggetuigeverslag van een aantal ingrijpende gebeurtenissen en ontwikkelingen” aan de huidige minister van buitenlandse zaken Van den Broek. Barkman heeft aan de in het boek gepubliceerde dagboekaantekeningen een hoofdstuk toegevoegd over de rol van de Navo ten tijde van de Cyprus-crisis van 1974. Hiervoor maakte hij gebruik van de kennis die hij had opgedaan tijdens een latere diplomatieke post, als permanent vertegenwoordiger bij de Noordatlantische Raad in Brussel. Te zamen met dagboekaantekeningen uit die tijd geeft dit hoofdstuk een blik op de activiteiten van de Navo-lidstaten tijdens een ernstig conflict tussen twee mede-bondgenoten.
De oud-ambassadeur in Athene Barkman (links), minister Van den Broek (m) en de Griekse ambassadeur in ons land Economou, bij de presentatie van het boek ‘Ambassadeur in Athene’.
De Cyprus-crisis zoals die in het boek wordt behandeld, is vooral interessant omdat Barkman kritische kanttekeningen maakt bij bijvoorbeeld de houding van de Verenigde Staten en haar toenmalige Secretary of State, Henry Kissinger. Op 5 september 1974 noteert Barkman in zijn dagboek, dat zijn Amerikaanse collega een telegrafische reprimande van Kissinger heeft ontvangen, omdat hij had geadviseerd de Amerikaanse Zesde vloot tussen Cyprus en Turkije te plaatsen. “Stop being emotional about Cyprus”. Zo herinnert Barkman zich de tekst. Zijn boek is boeiend door de ongebruikelijke kijk in de diplomatieke keuken maar niet altijd even gemakkelijk te volgen door het — onvermijdelijke — grote aantal met naam en toenaam genoemde personen dat er een rol in speelt. De pogingen die de Nederlamdse ambassade, en Barkman in de eerste plaats, ondernam bij het opkomen voor de vertrapte mensenrechten in het Griekenland van de kolonels en de veelvuldige en vriendschappelijke contacten met het verzet, komen duidelijk het boek naar voren. Barkman geeft in zijn aantekeningen blijk van persoonlijke betrokkenheid bij Griekenland en maakt met een soort onderkoelde trots melding van de geëngageerde en niet aflatende activiteiten van Eerste-Kamerlid en dan minister Van der Stoel. De ambtswoning in Athene was “een trefplaats voor de oppositie”, schrijft Barkman. Gisteren voegde hij daar bij de presentatie van zijn boek aan toe dat door de Nederlandse ambassades inelk land passende methodes moeten worden gevonden voor het verdedigen van de mensenrechten. Van den Broek noemde bij die gelegenheid deze rol van de ambassades een “prominente”. “Maar pas achteraf kan worden beoordeeld of de werkwijze juist is geweest”, aldus de minister.
Het boek Ambassadeur in Athene biedt een mogelijkheid dit met het ambassadebeleid tijdens zes jaren dictatoriaal geregeerd Griekenland te doen.
Arnoud Roscam Abbing