Het was de snelste en meest onverwachte overplaatsing die ik gedurende een kleine veertig jaar in de buitenlandse dienst heb meegemaakt. We hadden drie en een half jaar in China gezeten, ik had inmiddels een diplomatiek examen gedaan, en we hadden ondershands gehoord dat we naar Moskou zouden gaan. Niet zo onlogisch, als je Chinees en Russisch hebt gestudeerd.
Terwijl ik op Buitenlandse Zaken door de gang liep, zag de Chef Personeelszaken mij, legde een hand op mijn schouder en vroeg: “U hebt nog geen nieuwe post, geloof ik?” “Nee, inderdaad, hoewel ik officieus vernam dat het Moskou gaat worden.” “Ja, dat klopt, maar eerst heb ik nog iets anders voor u. Komt u maar even mee naar mijn kamer.” Achter de zwaar gecapitonneerde deur van de Chef DBD (Directie Buitenlandse Dienst), waar menige colega in angst en vreze had gezeten om te vernemen naar wat voor afschuwelijke uithoek hij nu weer zou worden gestuurd, keek Dr. Van Houten mij minzaam aan: “Kunt u naar Aken?” Even dacht ik dat het een grap was, maar nee, het was menens.
Lees het hele verhaal…