Het was een bloedhete, benauwde nacht in de toen nog Chinese hoofdstad Nanking, in het jaar 1947. Ik werd wakker, hoorde dieven in de tuin, die probeerden de achterdeur te forceren, rende naar buiten, luid schreeuwend “Robbers!”, maar kon niemand ontdekken. Ik was hevig aan het hallucineren, totaal in de war. Mijn vrouw bracht mij met zachte hand ertoe weer op bed te gaan liggen. Ik had duidelijk hoge koorts, en zij belde meteen de dokter. Het was een Amerikaanse legerarts, die een goede naam had, maar aan wiens kunde wij wel eens twijfelden, vooral toen mijn vrouw zwanger was en hij, na haar te hebben onderzocht, opmerkte: “It’s only a lot of gas, Mrs.B.” Maar we hadden toen niemand anders. Hij kwam, constateerde typhus en liet mij per ambulance naar het Drum Tower Hospital zenden.
Ik lag in een isolatie-afdeling. De volgende dag bleek wat ik werkelijk had: over mijn hele lichaam braken de pokken uit, de echte smallpox. Het is een ellendige ziekte en volgens de uitstekende Oostenrijks-joodse arts was mijn leven in gevaar. Later zei hij dat ik beter met het lokale vaccin gevaccineerd had kunnen worden, het Nederlandse was wat zwakker en bovendien na bijna drie jaar haast verlopen. Maar ik had het volgens hem wel daaraan te danken dat ik het overleefde, al was het kantje boord geweest.
Een maand lang volkomen geïsoleerd liggen in een snikheet, vrij primitief Chinees ziekenhuis is een ervaring die ik niemand, behalve misschien mijn ergste vijand, zou willen aandoen. Bezoekers mochten mij alleen door het venster, met een gaasje op, komen zien; van een gesprek was dus geen sprake. Maar het ergste was de meest afschuwelijke, ondraaglijke jeuk over mijn hele lichaam, dag en nacht. Af en toe werd het door een kleine Chinese verpleegster, met een gaasje voor haar mond, gepenseeld met een of andere kalkachtige witte vloeistof, maar dat gaf maar heel even verlichting. Men wilde mij handschoenen aandoen om te voorkomen dat ik zou krabben en volkomen pokdalig het ziekenhuis zou verlaten, als ik dat al zou beleven. Ik weigerde, dat kon ik er niet nog bij hebben. Het betekende wel dat ik mij steeds met de uiterste wilskracht en ijzeren zelfdiscipline moest dwingen niet te krabben. Het is gelukt, ik kwam thuis met baard en snor, maar er was nauwelijks meer een pokputje te zien.
Hoe kwam het dat ik met de pokken besmet raakte? Er zou in een bioscoop in Nanking een bijeenkomst plaatsvinden van communisten, voor een groot deel uit Shanghai afkomstig. Het leek de ambassadeur een goed idee, dat ik daar eens zou gaan kijken wat er allemaal uitgebroed werd. Je bent nog jong en avontuurlijk, en bereid om in Harer Majesteits dienst ongeveer alles te doen wat je wordt opgedragen. De bijeenkomst leverde weinig interessants op, maar het werd korte tijd later bekend dat in Shanghai, anders dan in Nanking, een beperkte pokkenepidemie heerste…