Er zijn nogal wat, veelal geestige, jonkvrouwen die er ongedwongen van alles uitflappen.
De Chef Protocol van Buitenlandse Zaken, bekend om zijn strikte opvattingen en sterk van zijn eigen belangrijkheid overtuigd, kreeg een nieuwe secretaresse, die toen zij bij hem binnenstapte, olijk uitriep: “Dag, meneer V., ik ben de nieuwe tikpoes!” Waarop haar chef bestraffend liet volgen: “Freule, op dit departement hebben wij alleen secretaressen!”
Een andere freule stond met enkele ambtenaren, waaronder een nogal frivole aristocraat, in de lift op het ministerie van buitenlandse zaken. Er ging iets mis, de lift stopte tussen twee verdiepingen en het licht ging uit. De freule gilde: “De baron bijt! “
Toen ik weer eens werd overgeplaatst en we op de kanselarij met de staf een afscheidsborrel hadden gedronken, nam mijn chef mij mee naar zijn werkkamer voor een zeer ernstig, laatste gesprek. Uitvoerig nam hij het conduite-rapport dat hij uiterst zorgvuldig had opgesteld, met mij door. Het was heel aardig van hem, want in die tijd was dat nog ongebruikelijk. Het was een gunstige beoordeling, maar hij was kennelijk bezorgd, dat ik moeite zou hebben met de enkele aanmerkingen , die erin voorkwamen, en hij reageerde verrast, haast spijtig, toen ik deze lachend wegwuifde. Met diepe rimpels in zijn voorhoofd, drong mijn chef, die zich altijd van zijn verheven positie bewust was, er bij mij op aan iets aan de geconstateerde tekortkomingen te doen.
Op dit plechtige moment, stak zijn secretaresse, freule X., haar hoofd om de deur:”Ik ga, hoor. Dag, jongetjes!”